De zesde zondag van de veertigdagentijd op weg naar Pasen markeert het begin van de Goede Stille Week. We beginnen onze viering met het evangeliegedeelte over de intocht in Jeruzalem (Matteüs 21, 1-11), gevolgd door een palmprocessie. Daarna lezen we uit Jesaja 50, 4-7, Filippenzen 2, 5-11 en het lijdensverhaal volgens Matteüs (26,1 – 27,66). Daarna vieren we de eucharistie. Tijdens de palmprocessie is de liturgische kleur rood, daarna paars.