Het verhaal van Ursula

Heilige Ursula en haar metgezellinnen

Ria Verschuur

Het beeld van Ursula, rechts van het altaar.

De heilige Ursula is een van de patroonheiligen van onze parochie. Haar feestdag is 21 oktober. Een beeld van haar staat in onze absis. Zij draagt een palmtak in de ene hand en een pijl in haar andere. Bij haar voet ligt een kroon. Wie was Ursula en waarom wordt zij zo verbeeld?

In Brittannië leefde een vrome christenkoning. Zijn mooie en wijze dochter Ursula was bekend in het hele land om haar voorbeeldige leven. De koning van Engeland was machtig en veroverde veel volken. Hij hoorde van Ursula en zij leek hem een pracht bruid voor zijn enige zoon Aetherius. Nou, die wilde haar wel. Maar de vader van Ursula wilde haar niet afstaan aan een afgodendienaar, ondanks geschenken. Toch was hij ontzettend bang voor de woede van de machtige koning. Wat moest hij doen?

De hemel gaf Ursula in om haar vader de raad te geven om op het voorstel van de koning in te gaan op voorwaarde dat zij van de koning en van haar vader tien voortreffelijke maagden zou krijgen die met haar elk duizend maagden als metgezel mochten uitkiezen. Zij wilden op een schip drie jaar rondvaren om van hun jeugd als maagd te genieten. Ondertussen moest de jongeman christen worden in geloof en levenswijze. Handig natuurlijk: de begeerte van de man zou getemperd worden en veel maagden zouden zich, naar het verlangen van Ursula, aan God wijden.

De jongeman nam de uitdaging aan en liet zich dopen. De vader van het meisje stond erop dat er mannelijke bescherming mee zou gaan in haar gevolg. En koningin Serafina van Sicilië, een tante van Ursula, ging mee en trommelde overal maagden op die onder haar leiding meegingen. Toen alles aan boord was volgens het plan van Ursula, liet zij iedereen de riddereed afleggen en zij gingen zich oefenen in het oorlog voeren. Allerlei situaties oefenden ze met elkaar aan land en daarna kwamen ze vroeg of laat op de dag weer aan boord terug. Iedereen kwam verbaasd kijken naar het wonderlijke spektakel.

Toen Ursula alle maagden tot het geloof had bekeerd zeilden zij met gunstige wind naar de havenplaats Thyella in Gallië. Vandaar voeren zij naar Keulen. Een engel boodschapte Ursula dat zij naar Rome moest gaan en daarna terugkeren naar Keulen om de martelaarskroon te ontvangen.

Zij voeren allen naar Basel en gingen vandaar over land naar Rome waar zij met vreugde en eerbetoon ontvangen werden door Paus Cyriacus. Hij kreeg de goddelijke boodschap dat de maagden de marteldood zouden sterven in Keulen en hij doopte daarom alle meisjes die nog niet gedoopt waren zonder iets over hun toekomst te zeggen. Toen deed hij afstand van zijn waardigheid en ging met de groep mee naar Keulen. Omdat de geestelijkheid het er niet mee eens was, werd zijn naam van de lijst van pausen geschrapt.

Omdat de groep steeds meer mensen aantrok, waren enkele Romeinse legeraanvoerders bang dat het christendom teveel zou groeien. De bevriende Hunnenkoning Julius moest de groep maar opwachten in Keulen om die uit te moorden.

Heel veel namen van bisschoppen en andere grootheden uit die tijd worden genoemd als medereizigers van Ursula en haar maagden. Ook haar bruidegom, aan wie een engel verscheen, ging met een groot gevolg naar Keulen om samen met de anderen daar als christen de marteldood te sterven.

De Hunnenkoning wachtte hen met zijn leger op en liet iedereen wurgen, behalve de mooie Ursula. De koning wilde haar huwen als troost, maar zij wees hem af. Hij voelde zich vernederd en schoot haar dood met een pijl. Zo kreeg ook zij deel aan het martelaarschap.

Is het gegaan zoals de legende vertelt? Vast niet. Maar in het verhaal ontmoeten we een krachtige vrouw: een aanstekelijk christen die trouw bleef tot de dood. Al tussen de vijfde en negende eeuw werd St. Ursula vereerd. Wanneer de legende is ontstaan is niet bekend. In de loop van de tijd kwamen er ook allerlei namen van metgezellen bij. Maar in de verhalen leeft Ursula voort en is zij als heilige van betekenis voor elke tijd.

Kijken wij nog een keer naar haar beeld in de absis. Nu begrijpen wij ook de attributen: de pijl waarmee zij gedood werd, de martelaarskroon aan haar voeten en de palmtak als teken van overwinning.

Tekst uit parochieblad De Verkeerde Wereld, oktober 2013.

Enkele relikwieën die zich in onze kerk bevinden, worden toegeschreven aan Ursula’s gezellinnen.